De Gereformeerde Kerk te Amersfoort e.o.
 

Gezang 21

Oude berijming

Nieuwe berijming (Gezang 27)

1 Kom, Schepper Geest, bezoek uw kerk
met al het heil van Christus' werk!
Vervul uw schepping, onze geest,
met Gods genaad' op 't Pinksterfeest!

2 O Gij, die in der waarheid heet
Vertrooster, Zalver, Parakleet!
Gij eeuwig verse Levensbron!
Gij ongeschapen Liefdezon!

3 Bestraal, o zevenvuldig Licht!
De tempel Gods, door U gesticht.
En, Vinger van Gods rechterhand!
Bespreng de stam, door U geplant.

4 Van eeuw tot eeuw Beloft' en Tolk
des Vaders aan zijn kerk en volk!
Verkregen Gaaf, verworven Loon
van d' aan het kruis geslagen Zoon!

5 Laaf met uw regens ons gemoed!
Stort in onz' aad'ren uwe gloed!
Wie naar uw komst en roering smacht,
ontvangt in d' onmacht hemelkracht.

6 Loopt als een stroom de vijand aan,
o, hef Gij zelf omhoog de vaan!
't Zal waarheid zijn, waar Gij ons leidt,
en vreugd' en vreed' in eeuwigheid.

7 Leer ons de zaal'ge Vadernaam
uitroepen, met den Zoon te zaâm,
en met U zelf, in 't Godsbestaan
van beiden eeuwig uitgegaan.
1 O, Schepper, Geest, woon in uw kerk,
schenk haar het heil van Christus' werk,
stort hemelgaven in haar uit,
bereid haar toe als reine bruid.

2 Lof zij uw naam, Heilige Geest.
Gij kwaamt met kracht op 't pinksterfeest.
G' ontsluit een volheid van gena,
de vrucht van 't kruis van Golgotha.

3 O Heilge Geest, die eeuwig leeft,
de Trooster, die ons bijstand geeft,
Gij spreekt van heil en zaligheid
van oudsher voor ons toebereid.

4 Uw krachten werken door het woord,
nooit wordt vergeefs uw taal gehoord.
Uw lamp schijnt in het duister hart,
uw licht verblindt wie zich verhardt.

5 Laat U mijn hart een tempel zijn,
maak toch mijn leven nieuw en rein.
Regeer mij door uw levend woord.
Geleid ook als Gods kindren voort.

6 O Geest, die al Gods heil ontvouwt,
schenk ons uw gaven zevenvoud,
ontspring in ons als een fontein
die leven wekt in de woestijn.

7 Wanneer des vijands strijdkreet klinkt,
geeft dat de moed ons niet ontzinkt.
Weersta de satan met uw kracht,
want hij belaagt ons dag en nacht.

8 Geest van de Vader en de Zoon,
terneergedaald van Christus' troon,
die met de Heiland voor ons pleit,
breng al Gods volk tot heerlijkheid.

9 U, Vader, U zij eeuwig eer!
Lof zij U, Christus, onze Heer!
U, Geest, van beiden uitgegaan,
geprezen zij uw grote naam!